De Vereniging van onderdrukte Macedoniërs in Bulgarije, slachtoffers van communistische terreur en haar voorzitter, Stoyan Vassilev, hebben Bulgarije aangeklaagd bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens nadat twee rechtbanken in Bulgarije hadden geweigerd deze vereniging te registreren als non-profitorganisatie omdat zij ‘‘een bedreiging vormt voor de eenheid van de Bulgaarse natie’’. Het Bulgarian Helsinki Committee (BHC) staat de vereniging in de zaak bij.
Activiteiten
De vereniging is in december 2013 opgericht om het Macedonische culturele en historische erfgoed te beschermen en te behartigen, om op te komen voor de rechten van Macedonische vluchtelingen en hun nakomelingen en om de vrede en goede betrekkingen met andere volken op de Balkan te bevorderen. De vereniging houdt zich onder meer bezig met belangenbehartiging, onderwijs, culturele festiviteiten, het verzamelen van memorabilia en archiefmateriaal en het uitbrengen van publicaties.
Eerste weigering
In september 2014 wilde de vereniging zich bij de regionale rechtbank van de plaats Blagoëvgrad registreren als non-profitorganisatie. De rechtbank weigerde hier echter aan mee te werken omdat de ‘bescherming en behartiging van het Macedonische culturele en historische erfgoed’ ingaat tegen de Bulgaarse grondwet. Organisaties die activiteiten ontplooien die gericht zijn tegen de eenheid van de Bulgaarse natie of aanzetten tot nationale en etnische vijandschap zijn volgens de grondwet namelijk verboden.
Volgens de rechter in Blagoëvgrad gaat het hierbij om het behouden en behartigen van de historische waarheid over de nog altijd voortdurende ‘Macedonische Kwestie’ en acties om deze kwestie op te lossen; het heroprichten van monumenten die betrekking hebben op het Macedonische verleden; het houden van lezingen over het verleden en over huidige problemen van het Macedonische volk en het invoeren van feestdagen ter behoud en behartiging van Macedonische folklore.
Definitieve weigering
Tegen de weigering werd bij het Hof van Beroep in Sofia beroep ingesteld en werd artikel 11 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (vrijheid van vereniging en vergadering) aangevoerd en de jurisprudentie van het Bulgaars Constitutioneel Hof waarin wordt gesteld dat het zelfbewustzijn van een minderheid niet als bedreiging mag worden beschouwd voor de democratische samenleving en de eenheid van de Bulgaarse natie. Desalniettemin bekrachtigde het Hof van Beroep de eerste uitspraak om de registratie van de vereniging te weigeren.
Eén van vele schendingen
In Bulgarije wordt het recht van impopulaire groepen om zich te verenigen vaak geschonden. Dit komt ook als een van de vele problemen naar voren in het jaarverslag 2014 van het BHC. Het jaarverslag wijst uit dat Macedoniërs – wier identiteit nog altijd officieel wordt miskend – het vaakst slachtoffer worden van schendingen van het recht op vereniging. Op dit moment staat er in Bulgarije geen enkele vereniging van Macedoniërs geregistreerd.
‘‘Het besluit om registratie van de vereniging te weigeren is bijzonder oneerlijk aangezien veel van haar leden een deel van hun leven in communistische gevangenissen hebben gezeten en zij zijn vervolgd om hun overtuigingen en etnische identiteit’’, zegt de voorzitter van het BHC, Krassimir Kanev.